Het Groot Schaakdictee

Wat speelt wit (even afgezien van het feit dat hij beter kan opgeven)?

Het Groot Dictee der Nederlandse Taal was in 2014 weer een vreemde vertoning. Bart Chabot, auteur van deze 25ste editie, had aangekondigd dat hij het anders ging aanpakken, want het “is een rariteitenkabinet geworden, volgestopt met woorden waarvan mensen de betekenis niet weten.” Nu stonden er dit chabotteske jaar termen in als kasuaris, brossel, brougham, havelock, tafa, turco en turbe. Nu ben ik geen groot kenner van loopvogels, buidelmuizen, achttiende-eeuwse rijtuigen en Arabische inlandse tirailleurs in Franse krijgsdienst, dus wat mij betreft is het nog altijd een rariteitenkabinet.
Hoe zou zo’n dictee er voor schakers uitzien, vroeg ik mij pardoesklaps af. Is het Koningsindisch, koningsindisch of Konings-Indisch? Zo eenvoudig is het allemaal niet, mensen. Bij dezen een poging.

Na een dinertje van kruudmoes met balkenbrij, joyeus besprenkeld met een bordeauxtje, toog de kandidaat-meester welgemoed naar het schaaketablissement. Rustlievend als hij was, prefereerde hij een serene avond zonder trubbels, waarop hij wellicht een kalm Dame-Indisch-achtig systeem, Réti-opening of semi-Tarrasch op het bord zou krijgen.
Desalniettemin bekroop hem reeds bij de entree het rodelopergevoel, dat deels verdween toen hij werd omvaamd door de voorzitter, een echte gourmand met een embonpoint. Onze protagonist werd ingedeeld tegen een in hawaïshirt geklede bollewangenhapsnoet, een type dat je met gemak een pion coiffé, een voorgift, kunt laten aanwijzen. Fluks verscheen evenwel het Bogoljoebovgambiet van de Nimzowitschverdediging. Bij het daarop volgende gribbelgrabbelschaak werd de pièce-touchéeregel met handen en voeten getreden. Nochtans herstelde de combattant de situatie door een haastig “J’adoube” te declameren.
Na een vileine röntgenaanval wist de tegenpartij door en passant slaan een epaulettenmat te voorkomen. Onze quasimeester kreeg plotsklaps last van het Kotovsyndroom en besloot in blinde paniek tot een kunstmatige rokade. De hele exercitie werd een echec.
De geslagen held trachtte zijn misère in de aanpalende staminee te verdrinken. Het gillendekeukenmeidenvertoon was hier echter van een zodanig scabreuze lubriciteit dat hij het liefst in zijn omgeving wilde dissolveren, als een koning tijdens het mat achter de paaltjes.

Het dictee had nog een staartje op Facebook. Richard Vedder probeerde zich een stand voor te stellen waarin je door en passant slaan een epaulettenmat voorkomt. Dan moet de tegenstander dus eerst door een pionzet een epaulettenmat dreigen. En jawel, even later kwam hij met zijn eerste compositie.

Compositie & copywright: Richard Vedder

Wit speelt 1.f4 en dreigt het geduchte epaulettenmat met Te2#. Enige remedie: 1…gxf3 e.p.!
Vervolgens was de vraag of deze stelling wel op legale wijze kan ontstaan, met die malle toren op d8. Hoe komt onze knotsige vriend daar, terwijl die bitch van een loper nog op c8 staat? Richard gaf zelf het antwoord: even de koning opzij, dan Ta8-a5-e5-e8-d8, vervolgens de koning weer terug en dan Tf8. Het kan allemaal!
Na 1.f4 gxf3 en optimaal tegenspel van wit is het overigens mat in 3. Ziet u het ook?

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

A Nightmare on King’s Road (Oud Zuylen 3 verliest)

(Verslag van de wedstrijd Moira-Domtoren 5 – Oud Zuylen 3, gespeeld op 7 november 2014) Het Luie End was kil en verlaten. Moeizaam knersten onze fietsen door de duisternis. Een bijna volle maan wierp een mager schijnsel op de begraafplaats en een enkele vleermuis fladderde bedeesd boven de knekelput. Huiverend reden wij langs de gevangenis naar de Koningsweg. Na een barre tocht kwamen we bij een poort waarboven een verveloos bordje hing. De woorden waren in het donker nog net te lezen: “Laat elke hoop varen, gij die hier binnen treedt.” We werden naar een ijskoude zaal geleid, waar het skelet voor de EHBO-cursus al gereed stond (Moira-Domtoren speelt in het Rode Kruisgebouw aan de Koningsweg).
Het bleek een studio waar goedkope horrorfilms werden gemaakt. Wij kwamen op auditie. Halloween was net voorbij dachten we, maar niet in dit voorgeborchte van de hel. Wij waren vrij luchtig en zomers gekleed, optimistisch als wij waren.

De tegenstanders waren evenwel allemaal gehuld in stevige zwarte gewaden. “Ze” probeerden ons te laten uitdrogen. In de loop van de avond werden weliswaar houtblokken in de open haard gegooid, maar raakte vrijwel al het bier op. Wat er nog restte, was lauw vocht van een bepaald merk uilenzeik dat ik hier maar niet noem (het is goed dat die baas indertijd ontvoerd is). Zelfs de spa rood was op. “Ze” probeerden ons ook nog eens te laten uitdrogen. Vriesdrogen, beter gezegd. U begrijpt dat wij blij waren levend te ontsnappen aan deze freak show. Toch wisten we de stand nog tot de bloedstollende hoogte van 3,5-3,5 op te zwepen, maar op dat moment kwam er een creep met een kettingzaag binnen. De laatste partij van Anton ging dus verloren. Judith (een dodelijke kruispenning) en Jan (een tegenstander die het Frans duchtig moet bestuderen) wonnen weliswaar – de rest kon slechts bedremmeld drie halfjes bij elkaar sprokkelen. Life is a silly thing. A man is happy to get out of it alive.

Wilt u het vrolijke verslag van de tegenstander lezen, dan kan dat!

SGS 2e Klasse 2014/2015 2D:

? Moira-Domtoren 5 Oud Zuylen 3 4,5 3,5
1. R.P.J. van der Heijden (Ronny) H. Verbeek (Harm) 1 0
2. A.E. Braams (Ton) A. van der Kolk (Anton) 1 0
3. D.I. Andel (Daniel) H. Th?rig (Harry) 1 0
4. P. Homan (Piet)
L.F. Keijzer (Leo) 0,5 0,5
5. P. Leeuwenkamp (Paul) A.R. van Ee (Alwin) 0,5 0,5
6. K.T. de Jonge (Rijn) M.A.M. Jongerius (Marc) 0,5 0,5
7. P. Meijer (Paul) J. van Amerongen (Judith) 0 1
8. E. Karel (Edgar) J.C. Ackerman (Jan) 0 1

Bewaren

Bewaren