Tijdens de Utrechtse dag van het Tata Steel Chess Tournament op 25 januari 2016 was er een groot aantal spelers van de schakende wereldtop in deze stad aanwezig. Burgemeester Van Zanen opende het evenement. Anish Giri speelde tegen wereldkampioen Magnus Carlsen, een partij die in remise eindigde. Dit schaakevenement was aanleiding om een onderzoekje te doen naar Utrecht en de grootmeesters.
Op zaterdag 29 december 1928 werd de zesde partij van de match Euwe – Bogoljoebov in deze stad gespeeld. De locatie was het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen, het huidige conservatorium aan de Mariaplaats, in die tijd de thuisbasis van Schaakclub Utrecht. Er kwamen meer dan tweehonderd mensen kijken. De match duurde tien partijen en werd gewonnen door Bogoljoebov. De eerste partij die Euwe won, was die in Utrecht (zie onder), “op schitterende wijze,” aldus het Utrechts Nieuwsblad. Zelfs Aljechin vond dat een goede partij van Euwe.
Van Utrecht begint de victorie!
De WK-match tussen Euwe en Aljechin in 1935 was met recht een rondreizend schaakcircus. Die match duurde tachtig dagen en dertig partijen. Van oktober tot december. Zie welke route er werd afgelegd:
Gekkenwerk, zoveel verplaatsingen. Dit had alles met geld te maken. Men moest ervoor betalen om een partij in huis te halen en het Euwe-Aljechin-comité had het geld hard nodig. Zo werden zelfs nog tijdens de match gongwedstrijden gehouden om geld bijeen te brengen voor het comité.
Op donderdagavond 17 oktober 1935 zou de zevende partij tussen Aljechin en Euwe in Utrecht plaatsvinden. De kranten begonnen er al dagen tevoren over. Euwe had in Utrecht nog nooit een partij verloren! Zou hij met zwart kunnen winnen? Zou het een Franse verdediging worden? Tal van gasten waren uitgenodigd. ‘Er zullen zoveel schaakmeesters bijeen zijn als Utrecht nog nooit in zijn midden gezien heeft,’ verklaarde de heer Jungman, secretaris van het regionale sub-comité Euwe-Aljechin.
De gastenlijst was indrukwekkend: secondanten Maroczy en Landau, Mieses, Kmoch, de “kleine grootmeester” Flohr met zijn Russische vrouw, Tartakower (“de geestige schaakjournalist”). Een van de eregasten was oud-wereldkampioen Emanuel Lasker, die op de woensdag daarvoor in Amsterdam arriveerde om de rest van de match bij te wonen, vermoeid na een lange reis vanuit Moskou via Parijs. Onderweg naar Amsterdam was hij Bernstein tegen het lijf gelopen, op het station van Den Haag. In de wachtkamer analyseerden ze de laatste partij tussen Euwe en Aljechin, waarna ze gezamenlijk naar Amsterdam reisden.
Daar dronken ze wat in de lounge van het Carlton-hotel. Aljechin voegde zich bij het kleine gezelschap. Hij liet een sigarettenkoker met beeltenis van Peter de Grote zien, een geschenk dat hij van Oskam in Rotterdam had gekregen. “Aljechin, de vurige, enthousiaste, rustelooze mensch, Lasker, de kleine, rustige man, langzaam en scherp zijn woorden kiezend, als gold het een analyse,” aldus het Utrechts Nieuwsblad van 17 oktober. De zesde matchpartij werd nogmaals doorgenomen. Aljechin ging vroeg te ruste om de volgende dag fris te zijn (zijn reputatie als overmatig aanbidder van koning alcohol is grotendeels kwaadaardige mythevorming – hij was niet populair in Nederland, ontving zelfs een dreigbrief tegen het einde van de match).
Op deze regenachtige herfstavond wandelde Lasker blootshoofds het hotel uit. Hij ging nog een bezoekje brengen aan zijn vriend Tartakower. De anonieme verslaggever van het Utrechts Nieuwsblad was kennelijk goed ingewijd. Er staat geen naam bij, vermoedelijk was het Salo Landau of Eduard Spanjaard, die beiden voor deze krant schreven.
De volgende dag reisde het gezelschap naar Utrecht. Het was minder regenachtig dan de dag ervoor en de zon liet zich weer voorzichtig zien. Spanjaard had uit goede bron vernomen dat Euwe een gedeprimeerde indruk maakte en de laatste dagen drie kilo was afgevallen. Er waren zelfs mensen die eraan twijfelden of Euwe de match wel tot het einde zou uitspelen. Locatie was wederom het Gebouw van Kunsten en Wetenschappen aan de Mariaplaats. Het speeltempo was 40 zetten in 2,5 uur. Mocht de partij worden afgebroken, dan zou hij een dag later worden voortgezet met als tempo 32 zetten in 2 uur en daarna 16 zetten per uur.
Burgemeester Ter Pelkwijk (de man naar wie slechts een onooglijk laantje in Utrecht is genoemd, maar dit terzijde) verricht om 19.00 uur de eerste zet. Het wordt inderdaad een Franse partij (zie onder). Aljechin komt met het nieuwtje 7.g4 (volgens Spanjaard een blufzet) en zaait verwarring bij Euwe, die te passief reageert en slecht komt te staan. De partij wordt afgebroken en de volgende dag door Euwe opgegeven, zonder verder te spelen. Dit brengt Aljechin op een 5-2-voorsprong.
Achteraf noemt Spanjaard de Utrechtse partij een keerpunt in de match, wellicht ingegeven door liefde voor de stad Utrecht: “Maar dan komt het keerpunt en wel zoodanig, dat wij hier durven neer te schrijven, dat van Utrecht de victorie begint! Euwe onderwerpt de opening van de Utrechtsche partij aan een ernstig onderzoek en bemerkt, dat Aljechin’s imponeerende zetten niet bovennatuurlijk en voor weerlegging vatbaar zijn. Dit brengt hem eindelijk het lang verwachte noodzakelijke zelfvertrouwen.” (UN 16-12-1935)
Het zou evenwel nog tot de 21e partij in Ermelo, ruim een maand later, duren totdat Euwe de stand gelijk trok.
Euwe vertelde overigens na de match dat hij een bericht van fabriek had ontvangen dat er zoveel vraag naar schaakborden was ontstaan dat men kon afzien van een voorgenomen ontslag van een aantal arbeiders. Schaken is goed voor de economie!
Van de jaren twintig en dertig maken we een sprong naar de tweede helft van de vorige eeuw.
PAM-toernooi 1961
Het PAM-toernooi werd in december 1961 gehouden ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van Schaakclub Utrecht. Het is in feite het enige normale internationale invitatietoernooi dat in Utrecht heeft plaatsgevonden. De deelnemende grootmeesters waren O’Kelly, Robatsch, Matanovic, Bisguier en Donner. Ook Hans Bouwmeester, Kick Langeweg en Dick van Geet deden mee. Alberic O’Kelly de Galway, zoals de Belgische grootmeester voluit heette, won het toernooi met 6,5 uit 10. Dat het toernooi niet zo goed door het publiek werd bezocht, lag in elk geval niet aan de ronkende stukken van Eduard Spanjaard.
Johan Hut heeft dit toernooi overzichtelijk samengevat op Schaaksite.nl.
De locatie was het gebouw van de SHV, aan de Rijnkade 1, een gebouw dat op de nominatie staat om rijksmonument te worden, als mooiste voorbeeld van de architectuur uit de late wederopbouwperiode in Utrecht. Donner, toch wel iets gewend, vond het de mooiste toernooizaal waarin hij ooit had gespeeld.
CAP Gemini Thematoernooi Utrecht 1986
Dit was alweer een jubileumtoernooi van Schaakclub Utrecht, ditmaal ter opluistering van het eeuwfeest. O de deelnemerslijst stonden grootmeesters Timman, Nunn, Miles, Van der Wiel en Hort. De toen sterk opkomende Zsuzsa Polgar was nog geen GM. Voor SC Utrecht kwamen de volgende spelers uit: J. van der Tuuk, A. Schwartz, B. van Gaalen, P. Nieuwenhuis, W. Bor, J. Duistermaat, M.D. Etmans, Ph. du Chattel, A. Schenk, M. van der Linde, T. de Jong en J. Veerman.
De locatie was het oude Cap Geminigebouw bij de Kanaalweg. Het was een thematoernooi, dat wil zeggen dat er partijen werden gespeeld die begonnen met verplichte stellingen uit openingsvarianten die in die dagen geliefd waren in de toernooipraktijk.
Open Kampioenschap van Utrecht (1974 tot nu)
In de eerste jaren van het Open Kampioenschap van Utrecht, gehouden vanaf 1974, kon het toernooi aanvankelijk nog gewonnen worden door een enkele titelloze bard. Al in 1977 begon grofweg het tijdperk van de meesters met FM Bruno Carlier als eerste. In de periode van 1992 (GM winnaar Cifuentes) tot en met 2001 wisselden grootmeesters, meesters en paar spelers zonder titel elkaar af. De laatste titelloze winnaar was Erwin l’Ami, maar hij sleepte de titels snel daarna binnen: IM in 2003 en GM in 2005. Vanaf 2002 was de hoofdprijs slechts weggelegd voor grootmeesters.
Door de jaren heen heeft het OKU dus tal van grootmeesters ontvangen, onder anderen toernooiwinnaars Igor Glek, Alex Wojtkiewicz, Vladimir Epishin, Vyacheslav Ikonnikov, Friso Nijboer, Dimitri Reinderman, Zhaoqin Peng en Csaba Horvath.
De lijst met locaties van het OKU zou vrij lang worden. De laatste jaren (t/m 2019) werd het gehouden in het Utrechts Stedelijk Gymnasium.
Besluitend kunnen we zeggen dat de stad Utrecht qua grootmeestertoernooien weliswaar niet kan wedijveren met schaakoorden als Wijk aan Zee of Amsterdam, maar dat er in de afgelopen negentig jaar een indrukwekkende hoeveelheid grootmeesters Utrecht heeft aangedaan. De laatste grootmeesterlijke afspraak was op woensdag 25 januari 2016 in het Spoorwegmuseum, de Utrechtse dag van het Tata Steel Chess Tournament.
Bronnen o.a.:
- Utrechts Nieuwsblad 31 december 1928, 16-19 oktober en 16 december 1935.
- Artikelen van Hans bouwmeester en Robert Beekman op oudzuylenutrecht.nl