Het viel niet altijd mee om iets van doorgaans saaie wedstrijdverslagen te maken, hetgeen nog al eens leidde tot inleidingen die nergens op sloegen.
Het schaapspel
Bussum was lange tijd een onbetekenend dorpje op de Gooise heide, voor het eerst genoemd in 1306. Het was een buurtschap, omgeven door heide en bossen. Er woonden boeren, voerlieden, schaapherders, spinsters en wevers, maar geen schakers. Utrecht was in die dagen een welvarende stad. Wij hadden al stadsrechten, stadswallen en een heuse verdedigingsgracht. In Bussum hadden ze daar toen nog nooit van gehoord en het enige vertier was het zogenaamde schaapspel, waarvan de regels vrij simpel waren. Die ga ik nu niet uitleggen want er zijn kinderen bij. Enfin, op zekere dag bracht een marskramer uit Utrecht de schaapherders het schaakspel bij en dat beviel zo goed dat de schapen eruit vlogen en de schaakstukken erin. Dit leidde er uiteindelijk in 1911 toe dat het Bussums Schaakgenootschap werd opgericht. Met zodanig veel succes dat BSG 3 afgelopen dinsdag van OZ 3 won. Het is dus allemaal de schuld van die marskramer. (Uit een verslag van BSG 3 – OZ 3, seizoen 2012-2013.)
Voor de zoveelste keer uit tegen Almkerk
Het mooie van bondswedstrijden is dat je nog eens wat van de binnenlanden ziet. Zo kwam Oud Zuylen 3 afgelopen maandag zelfs in Almkerk terecht, een pittoresk dorpje in het Brabantse Land van Heusden en Altena. Almkerk heeft in de loop der geschiedenis een aantal tegenslagen gekend. Reeds in 1277 wordt de naam Almekercke aangetroffen, maar in 1421 werd het geheel van de kaart geveegd door de Sint-Elisabethsvloed. Het noeste volkje liet zich evenwel niet uit het veld slaan en er ontstond een hechte gemeenschap van vasthoudende vlas- en veetelers. Tot het dorp in 1944 weer grotendeels plat ging. De wederopbouw bracht als bekendste zoon schaatser en enfant terrible Hans van Helden voort.
Dat waren andere tijden. Nu terug naar de onze. Wil het derde nog kampioen worden, dan moeten alle ballen in de lucht gehouden worden. “Als wij de bal hebben, kunnen hun niet scoren,” zegt Johan Cruyff. Met enige moeite lukt het Almkerk 1 met 3-5 te verslaan. (Enzovoort, seizoen 2012-2013.)
Zomerschaak bij Oud Zuylen, 2014
Ze zijn er weer, de zomerkoninkjes. Wij van zomerschaak adviseren… zomerschaak! Goeie actie van Oud Zuylen! Vraag niet hoe het kan, profiteer ervan! Zomerschaak, wie is er niet groot mee geworden? Het opwindendste met je kleren aan! Zo lekker, het zou verboden moeten worden! Ik zeg zomerschaak, dat breekt zo lekker de week. Als het aan de kat lag, deed ze aan zomerschaak. Weer of geen weer, altijd zomerschaakweer. Het beste onder de zon. Zomerschaak opent deuren die voor anderen gesloten blijven. Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker. Stop een tijger in je tank en doe het met flair. Koning, keizer, admiraal, zomerschaak willen ze allemaal. Het meest veelzijdige stukje schaak. Smeuïg tot op de bodem. Steeds verrassend, altijd voordelig. Acht uur zomerschaak, dat zouden meer mensen moeten doen. Dat zeg ik, zomerschaak!
Ruilzucht (18-9-2012, n.a.v. een partijanalyse)
Volgens Dr. Euwe heeft de schaker met vier hoofdzonden te kampen: hebzucht, matzucht, remzucht en ruilzucht. Hebzucht kennen we allemaal. Matzuchtig zijn schakers die van de eerste zet af op mat spelen. Ze verbranden alle schepen achter zich, een weg terug is er niet. Remzucht is het tegengestelde van de matzucht. De remzuchtige is altijd schijterig. Hij ziet overal beren een leeuwen op zijn weg en is bij voorbaat al tevreden met remise. Geen echte schaker dus.
Ruilzucht is van een heel andere orde. De ruilzuchtige schaker denkt dat hij het gevaar kan afwenden door zoveel mogelijk stukken te ruilen en de stelling te vereenvoudigen. Soms door te grote voorzichtigheid, soms door geestelijke luiheid, als hij niet nog eens goed kijkt of er wellicht sterkere zetten zijn. Ruilzucht kan winstkansen om zeep helpen.