Schrijver, publicist, schaker, ex-vertaler
“Camionetas reden af en aan, de kleine vrachtwagens waarvan de laadbakken volgepropt zijn met smalle bankjes om er zoveel mogelijk mensen in te kunnen vervoeren. Het systeem was eenvoudig: een camioneta vertrok als hij vol was. En vol in Cuba is: vol.”
(p. 129)
“Deze is van 1951 en hij rijdt beter dan ooit’, zei de man met een brede grijns. Dat laatste leek me een staaltje Cubaanse humor, want de wagen schokte dat het een aard had. Enfin, hij kwam vooruit en had comfortabele stoelen.”
“De Plofsluis kwam in zicht, op de plek waar het Amsterdam-Rijnkanaal en het Lekkanaal bij elkaar komen. Die lelijke doos van beton is een van de merkwaardigste bouwsels in de wijde omtrek.”
(p. 158)